2 nov 2011

Adviesvak als nr 1

Geen mooier vak dan het adviesvak. Na boer, slager en timmerman natuurlijk. Beperken we ons tot de categorie beroepen waar het alleen op puzzelen, praten en papier aankomt dan is het onbetwist nummer 1.

Ik vind het bijzonder gaaf dat organisaties je expertise waarderen. Je krijgt vanuit de optiek van de opdrachtgevende organisatie een vraag die niet tot de main stream behoort, relatief uniek. Daarnaast krijg je vertrouwen. Waar organisaties en mensen worstelen ligt de basis voor betekenisvol en dieper contact. De adviseur ziet steeds meer een rode draad in de problematiek van organisaties in het algemeen.

Mensen, omstandigheden en de (inhoudelijk) aard van de vraagstelling verschilt. De dynamiek die nodig is om het probleem op te lossen neigt naar universeel. Hoe krijg je in per definitie sub optimale omstandigheden 'succes' met de mooiste productiefactor die we tot onze beschikking hebben, de intelligente en irrationele mens in georganiseerd verband? Je zou het vak iedereen willen aanbevelen ware het niet dat niet iedereen van dezelfde dingen gelukkig wordt. Daarnaast zou er geen boterham meer te verdienen zijn.

Voor wie er wel gelukkig van wordt deel ik graag een paar van de belangrijkte invalshoeken van het adviesvak die ik de afgelopen jaren heb op gedaan. De eerste heeft betrekking op de adviescontext en de tweede op de adviseurcontext (ad 1).

Adviescontext
In iedere adviescontext kan je drie perspectieven herkennen: inhoud, proces en beleving. Alle 3 zijn cruciaal. Bij de inhoud gaat het om de aard van de problematiek, het veld van expertise. Bij proces gaat het om de route/de aanpak hoe het resultaat gemaakt gaat worden.

Bij beleving, de laatste in rij gaat het om de gevoelsmatige kant van de kwestie. Wie ervaart het voorliggende probleem als probleem, welke gedachten en woorden horen daarbij? Het gaat er niet om hoe de adviseur het probleem ziet (valkuil) maar de organisatie, de personen waarmee het gesprek wordt gevoerd. Hun gedachten en woorden! Belangrijkste van beleving is of de adviseur en opdrachtgever in verbinding staan, hebben beide het idee dat ze elkaar op een dieper niveau begrijpen. Zonder beleving kan er geen gunning zijn en tegelijk geen succes ten aanzien van de problematiek.

In mijn visie staat beleving op één, willen we dit samen doen? Dan kunnen we kijken hoe we er gaan komen en dan welke inhoudelijke expertise moeten we aan boord hebben. Inhoud is hoe belangrijk ook vaak eenvoudiger te organiseren dan beleving. (Excellente) Inhoud kan je kopen, beleving niet. Kunnen zonder willen is lastig.

De uitdaging voor de adviseur is dat zijn carriereverloop vaak tegen gesteld beweegt. Doorgaans ontwikkelt de adviseur zijn zelfvertrouwen via de inhoudelijke as. De adviseur voelt zich zelfverzekerd als het gesprek over de expertise gaat waarin deze meester is. Hier ligt de basis voor een mental prison. Zorg dat je er niet in komt of ontsnap! Bijzonder detail is dat jezelf in de prison zit en tegelijk ook cipier bent.

Adviseurcontext
Op het niveau van de adviseur kan je volgende perspectieven onderscheiden: geledenheid, capaciteit en motivatie.

Bij gelegenheid gaat het over het aanvoelen dat er nu geacteerd moet worden met alle inhoudelijk mitsen en maar'en die er te bedenken zijn. Het gaat ook over het herkennen van de kans. Ik 'zie' 'iets' en 'weet' er 'nu' op te 'acteren'. Het punt is bij het duiden van een woord als gelegenheid dat er alleen maar synomienen zijn die net zo veel uitleg vragen. Mooi synomienen voor gelegenheid zijn m.i. flow en momentum. Voel de flow aan en gebruik deze. Inhoudelijk 'gelijk' is een non issue als er geen beweging op gang komt.

Bij capaciteit gaat het over de vraag of je in staat bent dat te doen wat er van je gevraagd wordt. Dat wat er nodig is om succesvol te zijn ten aanzien van de voorliggende problematiek. Ben je in staat of ga je er toe in staat zijn, potentieel? Beide is goed. Ben je het niet en ga je het ook niet zijn? Beide is goed. Weet wat je wil, weet wat je kan en wat je wil ontwikkelen. Weet ook waarvoor je een beroep doet op je netwerk. Wat jij niet kan, kan je collega of je netwerkpartner. Belangrijk hierbij is dat de vraag 'wat je kan' afgezet wordt tegen de eerdere genoemde dimensies: inhoud, proces en beleving. Alle drie zijn nodig om succes te maken in een adviescontext. Van welke van de drie ben jij in de voorliggende context en waar heb je iemand anders voor nodig?

Motivatie
Zoals geen enkele geavanceerde computer kan zonder 'prik' kan geen enkele geavanceerde adviseur zonder motivatie. Zonder motivatie overbrug je de delta niet tussen wat je kan en gaat kunnen en pak je de beleving niet.

(ad 1) Beide invalshoeken heb ik op hoofdlijn ergens op gedaan en heb ik gaandeweg voorzien van mijn eigen invulling, voor de eerste weet ik nog bij wie, Maja van der Zijden.  De tweede heb ik denk ik uit 2e hand. Het compliment aan beide is dat ik 'tig' modellen heb gezien maar dat deze me bij blijven.

Geen opmerkingen: